"Terriers zien ons vaak als 'de pretpolitie', maar als we de moeite nemen om ze bij de les te
krijgen is hun werkethiek ongeëvenaard", zegt Jackie Drakeford.
Terriers brengen een glimlach op ons gezicht. Ofwel de zelfgenoegzaam meewarige grijns van de
handler van goed getrainde jachthonden onder het geweer, ofwel je eigen grijns van verlegenheid
vanwege het gedrag van je hond. Gedrag waarvan je dacht dat het niet slechter kon worden, totdat je
ontdekte dat het dat zojuist werd...
Er zijn veel verschillende situaties waar we in terecht komen, en hoe wij als mensen reageren
heeft veel invloed op onze jonge hondjes. Derhalve hebben wij wat tips op een rijte gezet, om
je op weg te helpen. Natuurlijk mag je ook altijd contact opnemen als je vragen hebt.
Nogal wat eigenaren van goed getrainde jachthonden hebben ook een Terrier (ergens weggestopt).
Meestal omschrijven ze die lachend als 'het knuffelbeest van hun wederhelft'. Soms geeft het dier in
de linie van drijvers een demonstratie van al z'n capriolen, of weet het anderszins door verrassend
gedrag de stemming van de dag te verlichten.
Dit mede door hun vasthoudendheid. Ik herinner mij een Terrier die tegen lunchtijd al 10 procent van
de dagvangst had gedaan door holen in te gaan, wat vervolgens resulteerde in drie uur lang graven
naar een koude, slappe Terrier. Na een paar uur rusten in een deken was de hond klaar om er weer
tegenaan te gaan, terwijl het de eigenaar weken kostte om over het
incident heen te komen. En dan is er nog het 'bijna gevangen boven de grond'-spel: de Terrier geniet
van een spannende jakkerpartij door de drijverslinie en langs de geweren, terwijl hij/zij de staart
van de vos geen moment uit het oog verliest...
Terriers geven een heel nieuw perspectief aan het hebben van een hond. Maar ze zijn uitstekend train baar, zolang je aan de menselijke kant van de samenwerking een flexibele houding hebt. Het verlangen naar samenwerking, zoals we dat kennen van staande en apporterende jachthonden en van herders, is helemaal afwezig in Terriers. Tenzij we wat wij willen voor hen de moeite waard weten te maken, maar daarbij zijn het taaie onderhandelaars!
Hondentypes kunnen we ruwweg verdelen in taakgericht: 'Wat gaan we samen doen?', waarbij de taak zelf de
beloning is, en resultaatgericht, waarbij de hond naar een bepaald doel werkt vanuit de insteek: 'Wat
levert dit mij op?'.
Om de samenwerking van een Terrier te krijgen, moet deze ons niet zien als 'de pretpolitie' maar als
wapenbroeder. Terriers zijn geboren anarchisten; hun kameraadschap krijg je niet cadeau, die moet
verdiend worden. Hoewel ze gemaakt zijn om hun werk te doen - en het onze taak is om ervoor te zorgen
dat ze daarmee niet beginnen voordat ze hun melktanden hebben gewisseld voor de geweldige wapenrusting
van de volwassen Terrier - moeten wij als handlers bij hen voldoende remmen installeren, zodat we kunnen
ingrijpen wanneer er iets gebeurt. In plaats van moeizaam proberen het wegstervende steeds
sneller wordende gekef te volgen. Of erger nog, die oorverdovende stilte...
Voordat Terriers ooit van het plezier van najagen en (het moet gezegd worden) vechten proeven, is het onze taak om hen een betrouwbaar 'hierkomen' te leren. Eén van de moeilijkste dingen om een 'resultaten'-hond aan te leren. Verder is het zaak de 'voorkeurs' werkafstand te verminderen, van 'van kust tot kust via overal' naar pakweg een meter of vijftig van ons. Elke hond heeft een afstand waarop de controle verzwakt, en bij Terriers is dat veeleer vroeger dan later. Hoewel de beperking ook weer niet te streng moet zijn, want dan zullen ze juist afstand scheppen voordat ze beginnen te werken.
Op hun korte pootjes kunnen ze nog steeds veel sneller uit de voeten dan dat een persoon kan rennen. Het is dus de bedoeling om de Terrier het loopwerk te laten doen, maar hem daarbij wel van tijd tot tijd in te laten checken. Hiervoor gebruiken we beloningsgerichte training. Verwacht niet dat je Terrier lofbetuigingen ('braaf", 'goed zo') belonend vindt, want het interesseert hem geen zier om jou te behagen. Het kost hem namelijk veel minder moeite om zichzelf te plezieren. We moeten dus slimheid en vooruitdenken gebruiken, om de Terrier ervan te overtuigen dat hij meer plezier heeft door bij ons te blijven dan door er vandoor te gaan. Hierbij zullen we slechts gedeeltelijk succesvol zijn, dus we moeten anticiperen en afbakenen, meer proactief zijn dan reactief. Een houding die moeilijk hanteerbaar kan zijn voor mensen die met name ervaring hebben met meer coöperatieve hondenrassen.
Training heeft altijd een zekere mate van kans om te falen in elk ras, maar management werkt altijd. We moeten steeds verschillende denkstappen voor zijn op Terriers, en wanneer ze dan doen wat we van ze verwachten, beloont de wijze handler op passende wijze. Dit betekent niet een brokje. Als we gedrag van 100 euro willen, komen we nergens door een beloning van 50 eurocent te bieden...
We moeten onze beloningen ook variëren, omdat Terriers een buitengewoon lage vervelingsdrempel hebben. Het verrassingselement houdt hen geïnteresseerd. Van tijd tot tijd moet de beloning achterwege worden gelaten, omdat het gokken net zo verslavend is voor honden als dat het voor mensen kan zijn. Niemand is ooit verslaafd geraakt aan een snoep- of frisdrankautomaat...
Alle Terriers worden zeer snel opgewonden en we moeten hun thuisleven kalm houden, zodat het uitgaan en werken met ons hun belangrijkste bron van vreugde is. Immers, waarom zouden ze samenwerken voor iets waarvan ze thuis op elk moment gemakkelijk kunnen genieten? Piepspeelgoed moet stil gemaakt worden door de pieper met een naald door te prikken, met uitzondering van één die uitsluitend op wandelingen en trainingen tevoorschijn komt. Deze wordt nooit aan de Terrier gegeven, het is een piep die in je jaszak woont. Wees spaarzaam met het verstrekken ervan, gebruik hem niet teveel. Dit geluid kan van onschatbare waarde zijn, in combinatie met een goed getimede beloning. Als je denkt dat je geen goede timing hebt, gebruik het speelgoed dan niet. Bijten in piepend speelgoed moedigt hard worden in de bek aan. Op hooguit enkele uitzonderingen na hebben Terriers geen aanmoediging in deze richting nodig, in wat voor vorm dan ook. Als je je Terrier alleen als een stoere of ruige metgezel wilt, is het beter om ze helemaal te vermijden.
Er zijn gradaties in de mate van 'Terrierheid', net zoals er verschillende niveaus zijn bij voorstaande en apporterende honden. Terwijl elke Terrier ratten zal vangen, houd je carriëre-Terriers - die speciaal gefokt worden om te werken als aardhonden - beter voor alleen die elitetaak. In de trendy bewoordingen die ik hoorde op een conferentie die geen enkel verband had met hondenaangelegenheden, zijn deze honden geneigd 'zich te wenden naar bronnen van nieuwe chaos'. Hun hele wezen concentreert zich op het ondergronds gaan en het pakken van een verscheidenheid aan prooien.
Andere Terriers zijn meer geschikt voor het gezinsleven, hoewel ze hun Terriergeest behouden. En meer belangstelling tonen om onder de grond te gaan dan dat comfortabel is voor de persoon die gewoon een ruige metgezel wilde. Terwijl de meeste Terriers beschermd moeten worden tegen hun instincten, geldt dit in het bijzonder voor de kleinere rassen. Die zijn geestelijk nog steeds gefocust op jagen boven en onder de grond, maar fysiek zijn ze niet meer uitgerust met de kracht en de tanden daarvoor.
Aan het andere uiteinde van het spectrum zijn er Terriers die te groot zijn om ondergronds te gaan. En als ze dat wel konden, dan zou je niet willen dat ze van doen kregen met wat er ook maar in een tunnel van een dergelijk formaat ligt. Als ongediertebestrijders onderscheiden ze zich, hoewel de rassen die een vechtend voorgeslacht hebben makkelijk in conflict kunnen komen met andere honden.
Er zijn ook een paar rassen die helemaal geen Terriers zijn, zoals de Russische Zwarte en de Tibetaanse,
maar die om onduidelijke redenen de aanduiding 'Terrier' in hun rasbenaming hebben gekregen. En dan
hebben we de Teckel, die geen Terrier is doch een brak, maar is ontstaan en gefokt om ondergronds te
gaan en hetzelfde werk te doen. Daar tegenover hebben we de Schnauzers, alle drie de maten, die
ongedierteverdelger en beschermhond zijn, maar niet bedoeld voor aardwerk.
Er kunnen niet veel Terriëreigenaren zijn, die hun kleine kwajongen niet eens voorbij hebben zien gaan
aan het doel dat je als handler voor ogen had. Om zich vervolgens te storten in een soort van problemen
waarvan je niet eens wist dat die bestonden.
Er zijn aspecten van de Terrieraard die zijn ingebakken en die zijn er niet uit te trainen. Diegenen van ons die gewend zijn geraakt aan meer coöperatieve hondenrassen kunnen door een ontkenningsperiode gaan, maar wij zijn degenen die ons moeten aanpassen. Zodra we alle gebruikelijke verwachtingen achterwege hebben gelaten, kunnen we - tot op zekere hoogte - onze Terriers trainen. Prikkelbaar als een derderangs beroemdheid wanneer ze worden dwarsgezeten, schitteren ze als we ze een beetje ruimte laten.
Om ons af te leren onszelf al te serieus te nemen, is de Terrier weergaloos.
Bron: 'Shooting Times', 7 december 2016
http://www.shootinguk.co.uk
Vertaald door Alfred Ballast
Noot van de redactie: bovenstaand artikel is geschreven vanuit het gezichtspunt van een jager in Engeland, waar nog veel gewerkt wordt met de honden. De verschillende rassen kunnen daar nog ingezet worden voor het doel waarvoor ze oorspronkelijk gefokt zijn, daar waar hier nog slechts 'nagespeelde' werkhondenproeven kunnen worden afgenomen. Het ondergrondse werk van onze Border Terrier, de jacht op vos en das, is in Nederland verboden. Sommige uitspraken in dit artikel kunnen ons wat vreemd lijken, maar het is beslist zo dat ook in onze lieve, schattige huisbordertjes nog steeds een echte Terrier (hoort te) zit(ten).
Energieke, vrije en zeer sociale honden met een eerlijk karakter.